Opvoeden met een beperking

Een kindje mogen krijgen is bijzonder, speciaal en mooi. Een kindje mogen opvoeden is een hele klus! Opvoeden is niet altijd makkelijk en gaat zeker niet altijd over rozen. Wanneer jij als ouder, of je kind, geen beperkingen hebt is het geregeld al een uitdaging. Maar wanneer jij of je kind een lichamelijke of geestelijke beperking hebt, komt er nog eens een uitdaging bovenop. 

Ik ga nu niet uitweiden over beperkingen bij je kind, dat is weer een heel ander verhaal. Ik wil het dit keer hebben over het opvoeden van een kind wanneer jij als ouder een beperking hebt. Waarom? Omdat hier vaak toch een taboe op rust. Hoe vaak krijg je niet te horen: “Waarom heb je dan voor kinderen gekozen?” of “Maar kan jij dan wel goed voor je kind zorgen?” of “Krijgt jouw kind wel alles wat hij/zij nodig heeft?”.  

Het zijn confronterende vragen en die kunnen jou als ouder onzeker maken. Mensen vergeten vaak dat je niet ‘zomaar’ de stap naar kinderen hebt gezet. Waarschijnlijk was je al jaren bezig met het uitzoeken hoe je jouw wens kon vervullen zonder dat dit effect heeft op de opvoeding. Ook verschilt de opvoeding van een kind per ouder. Wat voor de één werkt, hoeft voor de ander niet te werken. 

Ook wij hebben ervaring met het opvoeden met een beperking. En ook wij zijn niet over één nacht ijs gegaan bij onze beslissing voor kinderen te kiezen. Eerst voor onze eerste meid, daarna of we nog wel voor een tweede kindje zouden gaan. De voors en tegens zijn afgewogen, heroverwogen en nogmaals afgewogen voor we die twee sprongen waagden.  

Ons verhaal in het kort: ik heb al jaren een vorm van reuma die mij van tijd tot tijd beperkt in mijn kunnen. Daarnaast heb ik tot 3 jaar geleden gestreden tegen kanker, waar ik nog steeds klachten van heb en heb ik (goedaardige) tumoren die voor veel klachten zorgen. Daarbij heb ik door omstandigheden ptss en depressies. Al met al klinkt dat nu niet als de ideale omstandigheden om moeder te zijn. 

Wanneer je dit leest kun je je afvragen waarom wij überhaupt voor kinderen gekozen hebben. Begrijpelijk, maar je kunt niet in iemands vangnet kijken, in iemands vermogen om door te zetten kijken of oordelen zonder iemand te kennen. Wat je wel kunt doen, is kijken naar iemands krachten, vragen stellen en iemand zelf laten zoeken naar manieren die voor hen werken. 

Wij hebben moeten zoeken naar de juiste hulpmiddelen voor bijvoorbeeld het in bad doen, voeden en alle andere dagelijkse dingen. Tegenwoordig zijn er veel middelen op de markt die je hier ondersteuning bij kunnen bieden. Daarnaast hebben we vooral gekeken naar dat wat wél kan. Zo kan ik bijvoorbeeld niet stoeien met de meiden, maar papa wel! Lange dagen weggaan gaat niet, maar opsplitsen in stukjes kan wel. Ik ben veel thuis, maar op een slechte dag zorgt papa net even wat meer voor de meiden dan normaal. 

Het zoeken naar oplossingen, hulpmiddelen en je krachten is key. Onze meiden zijn opgegroeid binnen deze omstandigheden en weten niet anders. Zij weten dat papa er is voor het tillen, stoeien, druk doen en overal opklimmen en dat mama er is voor de knuffels, de enge dromen, het eten, hulp en liefde (al geeft papa dat natuurlijk ook). Het enige dat wij de meiden niet laten doen, is alles wat een volwassene ‘hoort’ te doen. Daar maken we duidelijk onderscheid in. Wij zijn de volwassenen, zij zijn het kind. En daarvoor zoeken wij de juiste oplossingen en verdelen we de taken waarschijnlijk net iets meer dan ouders zonder een beperking.  

Ook is het belangrijk je kind uit te leggen waarom jij bepaalde dingen niet kan, die andere ouders misschien wel kunnen. Zo zorg je voor begrip bij je kind, maar ook duidelijkheid. Het is voor een kind niet altijd duidelijk waarom jij niet achter hem aanrent zoals de andere papa’s en mama’s dat wel doen. Wanneer jij het in hun taal duidelijk maakt, zal je merken dat ze het beter begrijpen en het helemaal niet zo erg vinden. Door te benadrukken wat je allemaal wél kan, laat je zien dat je je 100% inzet voor je kind. 

Schuldgevoel is iets waar veel ouders (met een beperking) mee worstelen. Door opmerkingen uit je omgeving, van je kind of ideeën die je jezelf hebt aangepraat voel je je soms niet de ouder die je wilt zijn. Op slechte dagen heb ik daar ook last van. Maar dat zijn juist de momenten om te focussen op dat wat je wel kan. Ook kan het helpen door een vraag te stellen aan je kind: Hoe vind jij dat ik het doe als ouder? Vaak ziet je kind jouw beperking niet eens, want hij voelt en ziet jouw liefde en jouw inspanningen. Hij accepteert jou zoals je bent en vindt jou de liefste en leukste ouder die hij kan wensen.  

Tot slot: 
Opvoeden met een beperking vraagt om aanpassing. Van zowel je kind als van jezelf. Door te kijken waar jouw krachten liggen, je kind uitleg te geven en te laten zien dat je eigenlijk helemaal niet zoveel anders bent dan andere ouders, hoef jij je niet minder of schuldig te voelen. En vragen om hulp is geen schande, het kan er juist voor zorgen dat je het voor je hele gezin nét even makkelijker maakt. Het belangrijkste is dat jij weet als ouder dat je het goed doet. Misschien doe je het een beetje anders dan andere ouders, maar wie zegt dat dat slechter is?!